Een schrijver komt naar het ‘Grand Budapest’ Hotel en ontmoet daar de eigenaar van het hotel; Zero Moustafa. Zero nodigt de schrijver uit om met hem te eten en vertelt hem hoe hij eigenaar van het hotel is geworden. In 1932, toen het hotel nog in hoog aanzien stond, werkte zero er als piccolo onder toezicht van conciërge Gustave H. Al snel veranderde deze professionele relatie in een hechte vriendschap. Op een dag krijgen de twee het nieuws dat een rijke klant en voormalige minnares van Gustave, Madame Céline Villeneuve, is vermoord. Gustave neemt Zero mee naar haar begrafenis en daar komt hij erachter dat Madame Céline het erg waardevolle schilderij “Boy with apple” aan hem heeft nagelaten. Haar familie is daar echter helemaal niet blij mee…

Na het relatief kleine en autobiografische ‘Moonrise Kingdom’ trekt Anderson voor ‘The Grand Budapest Hotel’ alle registers open. Geschoten op drie verschillende beeldformaten, met een enorme cast aan Anderson-regulars en met een bont kleurenpalet lijkt ‘The Grand Budapest Hotel’ op het eerste gezicht een speels jongensboek. Maar met het relaas over de flamboyante conciërge van het gelijknamige vijfsterrenhotel (een immens charmante Ralph Fiennes) en zijn poging uit de handen van de fascisten te blijven, laat Anderson zijn historisch besef zien. Een ‘period piece’ vol onstuitbare energie.